Eisen die door de ABHB worden gesteld aan de erkenning van een diploma kattentrimmen. Onderstaande doelstelling moet zijn terug te vinden in het leerplan van door de ABHB erkende opleidingsinstituten:

Het doel van de opleiding is:
Het opleiden van cursisten tot kattentrimmers die in staat zijn zelfstandig en op professionele wijze het vak kattentrimmen uit te voeren.

1. Erkenningseisen voor een opleidingsinstituut
Om voor erkenning door de ABHB in aanmerking te komen dient een opleidingsinstituut:

  • een leerplan op te stellen aan de hand van de door de ABHB opgestelde criteria;
  • een examenreglement op te stellen;
  • schriftelijk vast te leggen wat er van de stage wordt verwacht;
  • aantoonbaar contact te onderhouden met de stagebieder gedurende de tijd dat een cursist stageloopt;
  • de praktijkopleiders te begeleiden in de praktische vorming van de cursist;
  • zich met een duidelijk stagedocument op de hoogte te houden van de vorderingen van de cursist;
  • de opleiding te laten verzorgen door voor hun deeltaak gekwalificeerde docenten. Voor praktijkopleiders zijn drie jaar ervaring en een erkend diploma wenselijk;
  • actueel lesmateriaal te gebruiken;
  • over een deugdelijke accommodatie te beschikken voor zowel theorie- als praktijklessen;
  • te beschikken over een onafhankelijke klachtencommissie met beroepsmogelijkheid;
  • telkens binnen drie maanden voor aanvang van een praktijk- en/of theorie-examen de examendata aan de ABHB te melden, evenals de tijd, de locatie en namen van examinatoren. Een afgevaardigde van de ABHB moet uitgenodigd worden als inspecteur bij praktijk- en/of theorie-examens;
  • binnen acht weken na het volledige examen de namen en plaatsnamen van de geslaagden door te geven aan de ABHB;
  • degene die de examens afneemt, mag niet de praktijkbegeleider of de docent zijn.

2. Controle en evaluatie
De ABHB heeft het recht om door middel van controle op het theorie- en praktijkexamen constant zicht te blijven houden op de gang van zaken bij een erkend opleidingsinstituut.

Ten minste eens in de 3 jaar wordt er door een toetsingscommissie van de ABHB een evaluatiegesprek met het opleidingsinstituut gevoerd. Op basis van de uitkomsten van dit gesprek wordt beoordeeld of een verleende erkenning wederom met een periode van 3 jaar wordt verlengd.

3. Theorieopleiding
De opleiding tot kattentrimmer dient een theorie- en een praktijkcomponent te  bevatten. De theorieopleiding moet minimaal 30 uren bevatten, met een minimale fysieke aanwezigheid van 80% per cursist. Bij de theorieopleiding dienen de volgende onderwerpen behandeld te worden:

  • ethologie (gedrag);
  • rassenkennis;
  • anatomie & fysiologie;
  • huid & vacht, vachtgroeicyclus;
  • huid- & vachtproblemen;
  • ziekteleer & parasieten;
  • hygiëne (zoönosen);
  • voeding;
  • inrichting trimsalon;
  • materialenkennis en technieken;
  • ergomonie;
  • EHBO mens en dier;
  • bedrijfsvoering;
  • wetten en organisaties.

4. Vaardigheden bij het afsluiten van de theorieopleiding
(= eindtermen leerplan)

Bij de afsluiting van de opleiding dient de cursist door middel van een examen aan te tonen dat hij/zij:

  • algemene kennis heeft van de kat;
  • kennis heeft van het gedrag van de kat;
  • in het bijzonder kennis heeft van de vacht van de kat;
  • kennis heeft van trimtechnieken, trimmaterialen en de inrichting van de trimsalon;
  • kennis heeft van katvriendelijke hanteertechnieken en werken zonder dwangmiddelen;
  • in staat is het welzijn van katten tijdens de behandeling te bewaken.

5. Praktijkopleiding
Het praktijkexamen spitst zich toe op een beoordeling van de wijze van toiletteren van de verschillende soorten vachten. De kandidaat dient op de volgende vier technieken beoordeeld te worden:

  • borstel- en kamtechniek, ontklitten van een (half-)langharige kat;
  • borstel- en kamtechniek, ontklitten van een kortharige kat;
  • scheren van een kat;
  • reinigen van de kastenvacht op een katvriendelijke manier.

Het examen dient minimaal te bestaan uit het ontklitten, borstelen en/of kammen van een vacht en het scheren van een vacht. Diversiteit aan vachten en/of rassen is gewenst.

6. Toetsen van de praktische kennis
Tijdens de toetsing wordt er speciaal aandacht geschonken aan minimaal de volgende aspecten:

  • trimtechniek;
  • toepassen gedragskennis;
  • ergonomisch werken;
  • werktempo.

7. Vaardigheden bij het afsluiten van de praktijkopleiding
(= eindtermen leerplan)
Aan het einde van de praktijkopleiding dient de cursist in staat te zijn om:

  • een (huis)kat van ieder vachttype op passende wijze te trimmen;
  • oren en nagels te verzorgen, het gebit te controleren en in staat zijn te beoordelen wanneer een verwijzing naar een dierenarts noodzakelijk is;
  • de eigenaren van de te behandelen kat te woord te staan en te adviseren over de verzorging van de kat;
  • in staat zijn tijdens de behandeling het welzijn van het dier te bewaken.

8. Verplichte stage
Een uitgebreide stage in een trimsalon waar een doorsnee van de technieken getrimd wordt is verplicht. Uitgangspunt is een minimum van 8 katten die volledig zelfstandig door de stagiair worden getrimd.

Tijdens de stage dient de cursist voorbereid te worden op het volledig zelfstandig trimmen van katten met diverse vachtstructuren. Dit wordt op het praktijkexamen getoetst.

9. Aanvullende verplichtingen

  • Een cursist is verplicht tijdens de opleidingsperiode tweemaal een kattenevenement bij te wonen. Een daarvan mag een online evenement zijn. Dit dient door het opleidingsinstituut gecontroleerd te worden.
  • Een stageadres is verplicht zich op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de branche.

10. Kosten

  • Aanvraag erkenning: 350 euro
  • Jaarlijkse bijdrage: 350 euro

Een erkend opleidingsinstituut krijgt een muurschild, wordt vermeld op de ABHB-website, wordt aanbevolen door de ABHB en mag gebruik maken van de ABHB-diploma certificaten.

Aanbevelingen voor het kwalificeren van stageadressen

De ABHB heeft een lijst opgesteld met aanbevelingen voor het kwalificeren van stageadressen opgesteld. Deze lijst kan als leidraad gebruikt worden door het opleidingsinstituut. Zie hieronder.

De stageverlener/begeleider:

  1. is ten minste 3 jaar in het bezit van een door de ABHB erkend vakdiploma;
  2. is bij voorkeur lid van de ABHB;
  3. heeft in de praktijk een voldoende aanbod van verschillende rassen en vachttypen;
  4. zorgt voor hygiëne in de trimsalon;
  5. biedt de mogelijkheid voor een stageperiode van minimaal 24 uur;
  6. bezoekt regelmatig katten-, trimevenementen en bijscholingen;
  7. stimuleert stagiaires ook kattenevenementen en vakdagen te bezoeken;
  8. is geabonneerd op vakbladen en/of kattenlectuur;
  9. werkt zelf en verplicht stagiaires te werken volgens algemeen geldende ARBO/RIE regelgeving;
  10. heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten;
  11. is op de hoogte van de exameneisen voor de aanwezige stagiaires.

Versie: 2023

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze pagina mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ABHB.